In 'Door de ogen van...' laten we collega's aan het woord over een inclusie-topic dat onlangs in de actualiteit kwam. Deze maand geeft kersverse collega Sabrine haar mening over de nieuwe generatie Lego-personages die beter moet aansluiten bij de huidige leefwereld van kinderen.
Kinderen hebben nood aan zich terugzien in hun speelgoed, zei een Lego-medewerker afgelopen februari tijdens een persconferentie. Ze introduceerden toen daarom nieuwe speelgoedfiguurtjes en personages in hun video’s, met verschillende vormen van wat zij “complexiteiten” noemen: bijvoorbeeld angststoornissen, Down Syndrome of een lichamelijke beperking.
Juist voor kinderen is representatie van belang: veel gemarginaliseerde mensen geven bijvoorbeeld aan dat ze pas wisten dat ze een bepaald beroep konden uitoefenen, toen ze iemand zagen die op hen leek en hetzelfde beroep beoefende. Ook is het zo dat kinderen, over het algemeen, de meest kwetsbare groep vormen in de maatschappij. Het normaliseren van zaken die in de samenleving vaak onbesproken blijven, of nadrukkelijk niet besproken worden, maar die voor hen een dagelijkse realiteit vormt, draagt daarom bij aan het gevoel dat zij er ook mogen zijn, dat zij er ook toedoen. Dit gevoel draag je heel je leven mee.
Om die reden zijn inclusief speelgoed en cartoons bijzonder belangrijk. Lego was hierin niet de eerste, denk maar aan het Nederlandse bedrijf ‘Colourful Goodies’, een Black-owned business, dat volgens zijn website poppen maakt “met verschillende huidskleuren, [en] die een weerspiegeling zijn van personen met een beperking of personen met een huidaandoening.”
Hoewel het ook goed is om de inspanningen van grote ondernemingen omtrent inclusie in hun aanbod toe te juichen, is het vooral belangrijk om oog te hebben voor de individuen en kleine ondernemingen die de eigenlijke voortrekkers zijn (geweest) als het komt op diversiteit, inclusie, en het bestrijden van onrecht. Zowel in hun aanbod als in de werking van hun onderneming. Zij zijn namelijk diegenen die jarenlang het gevecht hebben gevoerd, waardoor het ook voor grote bedrijven sociaal wenselijk is geworden om inclusie na te streven.
Het zou geen grote politieke statement moeten zijn om te zeggen – “hé, er zijn meerdere groepen in onze maatschappij die we tot nu toe in ons aanbod hebben genegeerd, en we willen dat graag goedmaken”.
De nieuwe Lego-speelgoedjes werden onthaald met veel lof en enthousiasme, maar stootten helaas ook tegen bijzonder veel weerstand vanuit bepaalde hoeken. Lego zou nu ‘woke’ zijn. Het is een interessant fenomeen, het woord ‘woke’, wanneer het gebruikt wordt als alomvattende belediging, als een soort containerbegrip voor alles wat te ‘links’ en ‘politiek correct’ en ‘feministisch’ en ‘antiracistisch’ is, of kortom te ‘inclusief’ is. Het zou echter geen grote politieke statement moeten zijn om te zeggen – “hé, er zijn meerdere groepen in onze maatschappij die we tot nu toe in ons aanbod hebben genegeerd, en willen dat graag goedmaken”. Ik denk dat dat een logische houding is, of je het nu doet vanuit morele of financiële overwegingen.
De weerstand toont echter dat zelfs de kleinste inspanningen genoeg kunnen zijn om grootse discussies op te wekken. Als toeschouwer, die in het verleden vaker heeft kunnen ervaren hoe het is om tegen zo’n weerstand te stoten bij mijn inspanningen voor meer intersectioneel feminisme en minder racisme in de maatschappij, herinnert het me er, voor de zoveelste keer, aan hoe moedig men moet zijn als men echt inclusie nastreeft. En dan bedoel ik niet als groot bedrijf, zoals Lego, dat met zo’n collectie komt jaren nadat de grote stenen door kleinere, kwetsbaardere voortrekkers zijn gelegd, maar juist als die voortrekkers – die inclusie nastreven, niet alleen in hun aanbod, maar ook achter de schermen. Niet alleen uit financiële overwegingen, maar voornamelijk uit morele overtuiging – want alleen zo kan je ervoor zorgen dat de inspanningen blijvend zijn.
De weg naar inclusie, in een voortdurend veranderende wereld, is er een die nooit ophoudt, en die moed en consistentie vergt, maar als je ervoor kan zorgen dat de meest kwetsbare mensen er ook bij horen – dat mensen zich gezien en gedragen voelen – dat je bedrijf een weerspiegeling is van alle complexiteiten van de maatschappij: is het dan niet de moeite waard?